Tijdens mijn tripjes naar Zweden, heb ik de kanelbulle ontdekt. Verkrijgbaar bij elke vestiging van de Espressohouse in Zweden, elk koffietentje op een vliegveld of gewoon bij de Ikea. Ook in Nederland dus.
Toch smaken deze absoluut niet zo lekker als verse, net gebakken, kanelbulle uit Zweden. Het was even zoeken naar het juiste recept, maar met deze kom je toch een heel eind.
Ingrediënten
- zakje droge gist van 7g
- 320 g roomboter
- 0,25 melk
- 60 g suiker
- 1 tl kardemom
- 1 ei
- 450 gr bloem
- zout
- 170 g bruine basterdsuiker
- 4 tl kaneel
- 150 g amandelmeel
Bereiding
Verwarm de melk tot lauw en los de gist er in op. Meng dan de gist met 150 boter, de suiker, kardemom, 1/2 ei en de bloem en een snufje zout door elkaar en kneed dit tot een deeg. Dit is het gemakkelijkste in een mixer met deeghaak maar met de hand kan dit natuurlijk ook. Kneed dit goed door totdat je een mooi zacht deeg hebt. Dit kan zeker 10 minuten duren. Laat het deeg daarna met plastic afgedekt (tegen het uitdrogen) bij kamertemperatuur rijzen.
Meng de resterende (170g) boter, de basterdsuiker, kaneel en amandelmeel door elkaar totdat je soort van pasta krijgt. Rol dan het deeg uit tot een flinke deeglap (ongeveer 40x60cm) en verdeel de vulling over de deeglap. Rol dan de deeglap op over de lange kant. Snij vervolgens de rol in ongeveer 24 plakjes. Leg deze plakjes met de snijkant naar boven op een bakplaat (voorzien van bakpapier). Houdt wel even wat ruimte tussen de broodjes aangezien ze nog wel wat groter worden. Gebruik anders meerdere bakplaten, ik kan er 12 hebben op een bakplaat van een oven van 60 cm. Dek weer af met plastic folie en laat dit nog een uurtje rijzen.
Verwarm intussen de oven tot 240 graden. Zet een bakblik met een laagje water in de oven wanneer deze warm genoeg is om daarmee stoom te genereren voor een knapperige buitenkant. Bak dan de kaneelbroodje ongeveer 10 minuten laat de daarna afkoelen op een rooster.
